Dakgoten zien we in twee uitvoering. In een houten bekisting of in stalen beugels.

Goten in stalen beugels hangen altijd buiten de gevel. Bij lekkage zult u binnen geen schade krijgen en buiten slechts een plek op de muur waar de druppels op de grond vallen.

Goten worden meestal van zink en soms van koper gemaakt. Koper gaat 80 jaar mee en zink 40 jaar. Mits het goed aangebracht en gesoldeerd wordt. In een goot zijn de soldeerverbindingen de zwakke plaats. Soldeer is een legering van tin en lood en daardoor een zacht metaal wat kan scheuren. Het solderen moet worden overgelaten aan professionals die er ook in geoefend zijn. Het metaal wordt als plaat aangeleverd en de loodgieter snijd en buigt dit op maat.

Standaard wordt een zinken goot gemaakt van zink van 0.8 mm dikte ( zink nr.14) dit is gemakkelijk te buigen en knippen. Voor monumenten is een dikte van 1.1 mm ( zink nr.16) voorschrift. Koper is in de regel 0.6 mm dik.

Het schoonhouden van een dakgoot wordt ook vaak onderschat. In bladafval zit looizuur wat metaal aantast. Dit scheelt soms 10 jaar in de levensduur. Een veel voorkomende lekkageplaats is de plek waar vanaf een hoger plat dak het water uit de afvoer stroomt en dan in de dakgoot komt.

Dit komt door zuren uit de dakbedekking. Een andere oorzaak van lekkage is dat een dakgoot gescheurd is door het werken en uitzetten van het metaal. Een dakgoot mag niet langer zijn dan 10-12 meter uit 1 stuk, er moet dan een dilatatiestuk geplaatst worden. Sommige loodgieters vergeten dit graag om een goedkopere aanbieding te doen. Het is belangrijk dat een goot goed kan werken.